Uit: De Grondwet No. 247
Donderdag 22 Oct. 1931.
De goudbasis
door
MR. DRS. A. BöRGER.
Zal ook Amerika zijn
standaard prijs-
geven ?----------
Alle officieele dementis ten spijt blijft de goudpositie van de Ver. Staten dubieus, en blijft goud naar Europa afvloeien.
Men geeft er verklaringen voor, o.a. dat het voornamelijk betreft het omzetten van dollarsaldi in goud, maar dit verandert niets aan het feit, dat goud blijft wegstroomen.
Waarom zet men dan dollarsaldi om?
Dit heeft een reden. In Frankrijk en Nederland is waarlijk goud genoeg; de dekkingspercentages zijn er formidabel; in Zwitserland is de dekking zelfs phantastisch; volgens de laatste weekstaat 145 %. Dat de dekking dus verhooging behoeft, is uitgesloten. En bovendien is het niet alleen het omzetten van saldi, waardoor de gouduitvoer uit de Ver. Staten wordt veroorzaakt; dd dollarkoers, welke steeds om het onderste goudpunt schommelt, verraadt andere oorzaken, ondanks dg herhaaldelijk geuite verklaringen van de autoriteiten, dat de positie der Staten door en door zetond is.
Economische crisis.
Men vertrouwt deze gezondheid hier toch blijkbaar niet erg, waartoe ook reden bestaat. Een tekort op het budget van circa één milliard dollar, welk tekort in de practijk dus wel grooter zal blijken te zijn, omdat alle begrootingen worden opgemaakt en alle tekorten op papier worden weggewerkt op basis van een veronderstelde mogelijke schatting der inkomsten, welke schatting echter feitelijk onmogelijk is, omdat de crisis niet ten einde is en inkomsten zich in dalende lijn bewegen. Verder zit de regeering der Ver. Staten opgescheept met een hoeveelheid graan groot 200 millloen bushels, welke onverkoopbaar zijn, loopen er 7 č 8 millioen werkloozen rond, d.w.z. volslagen werkloozen, keeren de ondernemingen er al evenmin dividenten uit als in Europa, en lanceert Hoover plannen om de zaken weer uit de modder te halen, welke plannen echter tot heden weinig tastbaar resultaat resultaat opgeleverd hebben.
Gebrek aan vertrouwen.
De gouduitvoeren uit de Ver. Staten hebben dus zeer zeker ook economische oorzaken, deze brengen weer een oorsaak met zich mede, en zeker niet de minst belangrijke; gebrek aan vertrouwen. Dit laatste nu is de eigenlijke oorzaak van het omzetten van saldi. Men vertrouwt de economische gezondheid van de Ver. Staten niet erg, alle officieele pathos ten spijt. En zoodoende blijft goud weg-ebben en liep dezer dagen het gerucht, dat de goud-uitvoer uit Amerika zou worden stopgezet. Als dit zou gebeuren, wat men niet uitgesloten moet achten, dan zou weer een internationale waardemeter van zijn goudbasis losgeraakt zijn en is het te verwachten, dat men langzamerhand er over zou gaan denken, het goud als internationale waardemeter maar opzij te zetten.
Reeds nu gaan dienaangaande stemmen op. De wereld kan het zonder de goudbasis echter voorloojpig nog niets stellen, omdat, men bedenke dit goed, het internationale vertrouwen vrijwel tot nul gedaald is. Al worden er nog zooveel schoone redevoeringen gesproken en al leggen de ministers bij hun wederzijdsche internationale bezoeken nog zooveel roerende verklaringen af omtrent de volkomen overeenstemming, welke steeds maar weer bereikt wordt, en al verklaren én Brüning én Laval én Hoover om het hardst, dat het wederzijdsch vertrouwen hersteld moet en zal worden, het is er nu eenmaal niet. En alleen met dit feit, dat het internationale vertrouwen vrijwel volslagen ontbreekt, hebben wij rekening te houden. En waar deze zekerheid ontbreekt, kunnen wij het zonder de andere internationale „zekerheid", de goudbasis niet stellen. Crediet is vertrouwen, en waar dus het vertrouwen ontbreekt, ontbreekt tevens crediet, en zal men betaling wenschen in rieële waarden, niet in vertrouwenspapieren, en de eenige reëele waarde, welke men als zoodanig internationaal aanvaardt, is goud.
Het goud onvervangbaar.
Het vertrouwen is hopeloos zoek; blijft ons dus slechts het goud. AI zouden dus ook de Vereenigde Staten te eeniger tijd hunne gouduitvoeren stop zetten, dan nog zou het goud onvervangbaar blijven, maar tevens zou de internationale toestand er nog hopeloozer door worden, want met het goud valt de laatste basis weg.
Door den gouden standaard op te heffen gaf Engeland te kennen, dat het zijn internationale verplichtingen, althans gedeeltelijk, niet meer kon nakomen, en komt ze dus niet na. Geschiedt hetzelfde in de Vereenigde Staten, dan zou dit ook voor deze gelden.
Aangezien echter het goud onvervangbaar is en onmisbaar, zullen die landen, welke den gouden standaard handhaven, meer en meer op den, voorgrond dringen en grooter rol gaan spelen, maar zoo zal tevens het goud misschien worden de splijtzwam, die de volkeren nog meer uit elkaar drijft en wel in twee kampen, nl. dat der landen met goudvaluta en dat der landen met papier valuta. Deze laatste zullen eventueele verschillen tusschen actief- en passierzijde der betalingsbalans niet kunnen vereffenen met goud, zij zullen dus op andere en pijnlijker wijze het evenwicht hunner balansen moeten herstellen; eerst dan zullen zij wederom op voet van gelijkheid in hef internationale ruilverkeer kunnen optreden, omdat ze eerst dan weer over hun goudreserves zullen kunnen beschikken.
De oorzaken der crisis zijn vele en dus ook de oorzaken der goudbewegingen; deze afzonderlijk te willen reguleeren en herstellen is uitgesloten; alleen herstel van de internationale ruil- en productieverhoudingen zal een einde kunnen maken aan de waanzinnige goudverdeeling, welke thans bestaat en waaraan de chaotische toestand der wereld zich demonstreert.
***